Als je op zoek gaat naar een zink supplement kom je er al snel achter dat er allerlei verschillende vormen zijn. Het kiezen van de juiste soort is belangrijk, want dit bepaalt grotendeels hoe goed je lichaam de zink kan opnemen en gebruiken. Ook zijn de effecten voor je lichaam per soort zink verschillend. Hieronder lees je welke soorten en vormen van zink wel en niet goed opneembaar zijn en waar je op kunt letten bij het kopen van zink.
Waarom zink zo’n belangrijk spoorelement is
Zink staat op de tweede plaats als het gaat om de meest voorkomende sporenmineralen in je lichaam. Zink wordt in je lichaam gebruikt voor meer dan 1000 enzymen. De werking van die enzymen is heel belangrijk. Enzymen zijn namelijk kleine eiwitten die belangrijke chemische reacties in het lichaam tot stand brengen. Zo zorgen ze er bijvoorbeeld voor dat hormonen en neurotransmitters worden geproduceerd, maar ook dat je maaltijd kan worden verteerd. Daarbij is zink een onmisbare stof voor het immuunsysteem, de groei en ontwikkeling van weefsel, je smaak en geur, de bloedstolling en de functie van het schildklierhormoon. Je lichaam kan zelf geen zink opslaan of produceren. Je bent dus afhankelijk van je voeding en eventuele supplementen; geen slecht idee om extra op je zink inname te letten.
Welke voeding is rijk aan zink?
Verschillende voedingsmiddelen bevatten zink. Het zit onder andere in kaas, vlees, noten en graanproducten. Ook hennepzaad, pompoenpitten, lijnzaad en cacao zijn rijk aan zink. Uit schaal- en schelpdieren zoals garnalen, mosselen en oesters kun je het meeste zink halen. Dat komt vooral omdat zink uit dierlijke bronnen beter wordt opgenomen. Graan en peulvruchten bevatten fytaten, die de zinkopneembaarheid verlagen. Als je nauwelijks schaal- en schelpdieren eet kan een tekort aan zink sneller op de loer liggen. En Nederlands eten over het algemeen nou eenmaal weinig schaal- en schelpdieren, maar wel veel voedingsmiddelen met fytaten. Een supplement kan daarom voor veel mensen uitkomst bieden.
Hoeveel zink heb je nodig per dag?
De dagelijks aanbevolen hoeveelheid zink bedraagt in Nederland 9 mg voor volwassenen mannen en 7 mg voor volwassen vrouwen. De werkelijke zinkbehoefte kan echter variëren. Deze is afhankelijk van factoren zoals leeftijd, geslacht, zwangerschap, chronische aandoeningen, beroep, sport, voedingsgewoonten, leefwijze en medicijnen.
Al die factoren hebben namelijk invloed op de volgende processen:
- De absorptie van zink: deze kan verlaagd zijn bij spijsverteringsproblemen.
- De zinkuitscheiding: deze kan verhoogd zijn bij nierziekten, hartfalen of alcoholisme, veel zweten of overmatig ejaculeren.
- De zinkbehoefte kan verhoogd zijn bij vegetarisme/veganisme, zwangerschap, diabetes, roken of chronische stress.
Wist je dat zink ook kan worden ingezet als therapie bij virusinfecties (zoals influenza of corona). Hierbij kun je denken aan een suppletie van 50 mg zink per dag. Het is belangrijk om deze hoge doseringen alleen te gebruiken onder begeleiding.
Welke zink is het beste opneembaar?
Als je op zoek gaat naar een zink supplement, zie je al snel dat er allerlei verschillende vormen en soorten beschikbaar zijn van dit belangrijke spoorelement. De verschillende benamingen zeggen steeds iets over de stof waarmee zink gecombineerd is. Een pure vorm van zink kan het menselijk lichaam namelijk niet opnemen. Zink moet worden gebonden met een andere stof om goed opneembaar te zijn. Het beste kies je voor een organische zinkverbinding, in plaats van een anorganische.
Bij anorganische zink supplementen is een niet-natuurlijke verbinding gemaakt. Bij inname ontstaat een competitie tussen verschillende mineralen in het lichaam; dit belemmert de opname van zink. Organische zinksupplementen daarentegen zijn gebonden aan een aminozuur (bouwsteen van eiwitten) of citroenzuur. Dit zijn verbindingen die van nature in je lichaam voorkomen. Ook wordt de ‘mineralencompetitie’ op deze manier vermeden, wat de biologische beschikbaarheid verhoogt. De biologische beschikbaarheid gaat over de hoeveelheid van een stof die kan worden opgenomen door het lichaam. Dus als een supplement een hoge biologische beschikbaarheid heeft, wordt deze goed geabsorbeerd in het spijsverteringskanaal. Organische zinksupplementen zijn dus een verstandige keuze, maar ook deze vorm van zink kent weer meerdere varianten, met andere beschikbaarheden en effecten.
Welke soorten en vormen van zink zijn er?
Wanneer je op de verpakkingen van zinksupplementen de ingrediëntenlijst bekijkt, dan kun je onder andere de volgende benamingen tegenkomen:
Anorganische zinkverbindingen
- Zinkoxide
- Zinkcarbonaat
- Zinksulfaat
Organische zinkverbindingen
- Zinkmethionine
- Zinkbisglycinaat
- Zinkhistidine
- Zinksulfaat
- Zinkgluconaat
- Zinkcitraat
- Zinkorotaat
- Zinkpicolinaat
Hieronder worden de meest gebruikte en opvallende vormen van zink besproken.
Zinkoxide
Goedkope supplementen bevatten vaak zinkoxide (of zinksulfaat). Dit is een groot anorganisch molecuul, dat je lichaam niet goed kan opnemen via de spijsvertering. Artsen schrijven deze vorm van zink wordt wel voor als middel tegen jeuk. Niet om oraal te gebruiken, maar om te gebruiken voor op de huid, bijvoorbeeld in de vorm van zinkzalf.
Zinkgluconaat
Zinkgluconaat is een verbinding van zink met een gluconaatmolecuul. Over het algemeen wordt gedacht dat deze verbinding iets beter opneembaar is dan anorganische zinkverbindingen zoals zinksulfaat. Toch is het effect van zinkgluconaat volgens sommige experts nog steeds zwak en kan je beter kiezen voor een ander organische zinkverbinding.
Zinksulfaat
Door zink of zinkoxide in verdund zwavelzuur op te lossen, ontstaat zinksulfaat. Van zinksulfaat is aangetoond dat het kan helpen bij het verminderen van ernstige acné.
Zinkmethionine
Zinkmethionine is een hele goed vorm om te suppleren. In zinkmethionine is zink gekoppeld aan het aminozuur methionine, dat erg makkelijk wordt opgenomen. Als zink gebonden zit aan methionine, kan het dus ook heel makkelijk mee worden opgenomen in je lichaam. Bovendien bindt zink in de vorm van zinkmethionine niet aan de stofjes in je voeding die de opname van zink kunnen hinderen, zoals fytaten in graanproducten of oxaalzuur in spinazie. Dat is uniek in vergelijking met andere vormen van zink. Daarom wordt zinkmethionine vaak als superieur zink supplement gezien.
Zinkpicolinaat
Zinkpicolonaat is een verbinding van zink met picolinaat, een organisch zuur dat de celmembraan kan passeren. Daarom is het heel effectief voor een verbeterde opname en het transport van zink.
Zinkbisglycinaat
Zinkbisglycinaat is een verbinding van zink met het aminozuur glycine. Deze vorm wordt beschouwd als één van de soorten zink met de hoogste biologische beschikbaarheid. Dit betekent dat het goed door verschillende delen in je lichaam wordt kan worden opgenomen. Verder is zinkbisglycinaat populair bij fabrikanten vanwege de hoge verdraagzaamheid.
Zinkhistidine
Zinkhistidine is een verbinding van zink met het aminozuur histidine. Deze vorm van zink heeft ook een hele hoge biologische beschikbaarheid, omdat het lichaamseigen histidine hier als een natuurlijke transporteur van zink dient. Zinkhistidine is de natuurlijke vorm van zink in je lichaam. Bovendien kan je zinkhistidine gemakkelijk bij de maaltijd innemen zonder dat het je spijsvertering verstoort.
Waar op te letten bij het kopen van zink?
Tip 1: Hoeveel zink per capsule?
Kijk altijd hoeveel milligram (mg) zink elke capsule bevat, zodat je kunt uitrekenen hoeveel capsules je per dag kunt nemen. Zo kan je ook beter inschatten hoe snel de capsules op zijn en of de prijs niet te hoog is in vergelijking met andere soorten.
Tip 2: Welke soort(en) zink?
Het is natuurlijk ook belangrijk om te weten welke zinkverbinding de capsules bevatten. Dit wordt echter niet altijd vermeld. Soms staat er op de ingrediëntenlijst gewoon ‘zin’. Als je dat tegenkomt is de kans groot dat er een slecht opneembare variant van zink in het supplement zit. Het kan ook dat er meerdere soorten zink op het supplement staan vermeld, ‘zinkoxide’ en ‘zinkcitraat’ bijvoorbeeld. Als er niet vermeld wordt wat de verhouding is, kan het zomaar zijn dat er 99% van het slecht opneembare zinkoxide in zit. Dat verklaart soms ook waarom een ander supplement met zinkcitraat een stuk duurder is.
Tip 3: Welke hulpstoffen bevat het supplement?
Tenslotte is het nuttig om te weten welke hulpstoffen (cofactoren) er in het supplement verwerkt zijn. In tegenstelling tot sommige andere spoorelementen en mineralen zijn er voor zink eigenlijk geen hulpstoffen nodig. Toch zitten er in zinksupplementen vaak stoffen zoals vulstoffen, antiklontermiddelen, stabilisatoren, glansmiddelen en kleurstoffen. Hoe minder van deze stoffen in een supplement zitten, hoe beter.
Bron: leefpreventief.nl