Kom jij altijd in ingewikkelde knipperlicht-relaties terecht? Ben je regelmatig gekmakend jaloers? Of denk je geen liefde nodig te hebben? Dan is de kans groot dat je onveilig gehecht bent. Je hechtingsstijl ontwikkel je in de eerste jaren van je leven, wanneer de basis van de relatie met je ouders of verzorgers wordt gelegd. Deze blauwdruk vormt jouw relaties als volwassene en je zelfbeeld. Benieuwd naar jouw hechtingsstijl? Dit zijn 4 typen van hechting en hun invloed op je relaties nu.
Hechtingstijl: zo beïnvloedt het jouw volwassen relatie
De Britse psychiater John Bowlby was de eerste die grondig onderzoek deed naar de hechting van jonge kinderen. Bowlby’s studente Mary Ainsworth creëerde een observatieprocedure waarin zij via zogeheten ‘strange situations‘ de hechtingsstijl van kinderen kon vaststellen. De hechtingstheorie van Bowlby en Ainsworth is inmiddels wereldberoemd en flink uitgebreid door andere wetenschappers. Want al gauw vermoedde men dat iemands hechtingsstijl niet plotseling irrelevant wordt als hij of zij op eigen benen komt te staan. Inmiddels is er allerlei onderzoek dat laat zien hoe hechtingsstoornissen- en stijlen onze volwassen relaties en ons zelfbeeld beïnvloeden.
Veilige hechting
Zo’n 60 tot 70% van de kinderen is ‘veilig’ gehecht. Hun ouders waren toegankelijk en beschikbaar. Als de verbinding even verbroken werd, was er na herstel niet zoveel meer aan de hand. Deze kinderen konden weer zonder angst op onderzoek uitgaan en vertrouwden erop dat hun ouders er zouden zijn als ze weer toenadering zochten. Er was een ‘affectieve afstemming’ tussen hen. Veilig gehechte kinderen ervaren de wereld als een veilige en harmonieuze plek. Dat geeft een basis om, ook als volwassenen, zowel op jezelf als je omgeving te vertrouwen. Uit onderzoek blijkt dat veilig gehechte mensen stressbestendiger en gelukkiger zijn, minder psychische en lichamelijke klachten hebben, minder vaak overspel plegen, minder vaak depressief zijn en betere relaties en vriendschappen hebben. Ze doen het ook nog eens beter doen op het werk.
Onveilig gehecht
De overige 30 tot 40% van de kinderen is ‘onveilig’ gehecht. Binnen die categorie wordt er onderscheid gemaakt tussen 3 typen onveilige hechting.
1. Vermijdende hechtingsstijl (avoidant attachment)
Een vermijdende hechtingsstijl of hechtingsproblematiek ontstaat vaak als de ouders afstandelijk, afwijzend en (emotioneel) onbeschikbaar zijn. Het kind minimaliseert op een gegeven moment zijn gehechtheid uit angst voor afwijzing. Het verwacht niet meer dat er op zijn behoeften wordt gereageerd. Ondanks de uiterlijke onbewogenheid van deze kids, bleek via fysiologische metingen tijdens Ainsworth’s strange situations dat ze, natuurlijk, wel degelijk veel stress ervoeren.
Afwijzend-vermijdend (dismissive avoidant) of ambivalent-vermijdend (anxious-avoidant)
Volwassenen met een vermijdende hechtingsstijl verwachten maar weinig van liefde en relaties. Eigenlijk wordt binnen de vermijdende hechtingsstijl nóg een onderscheid gemaakt. Als je afwijzend-vermijdend gehecht bent heb je jezelf misschien wel wijsgemaakt dat je helemaal geen liefde nodig hebt. Je stelt je heel onafhankelijk op, ook binnen relaties. Dit kan ervoor zorgen dat je partner het gevoel krijgt nooit echt volledige een emotionele band met je te hebben. Het kan ook zijn dat je meer angstig-vermijdend gehecht bent en wél heel erg verlangt naar liefde, maar (onbewust) niet gelooft dat je het waard bent. Jouw systeem staat nog op de ‘ik word toch wel afgewezen’-stand. Angstig-vermijdend gehechte mensen raken snel verzeild in knipperlichtrelaties en patronen van aantrekken en afstoten.
2. Angstige hechting (anxious attachment)
Afwerend gehechte kinderen zoeken juist heel veel toenadering bij de opvoeder en zijn weinig geneigd om zelfstandig te zijn. Uit de observaties van Ainsworth bleek dat deze kinderen heel heftig reageerden op afwezigheid van de opvoeder. Bij terugkeer klampten de kinderen zich aan de opvoeder vast, maar reageerden ze ook afwerend, met boosheid en teleurstelling. Deze kinderen houden hun opvoeders constant in de gaten en maximaliseren hun gehechtheid. De ouders van afwerend gehechte kinderen zijn vaak inconsequent sensitief, onvoorspelbaar en afwezig op cruciale momenten. Afwerend gehechte volwassenen klampen zich vaak vast aan hun partner, hebben verlatingsangst en zijn snel jaloers. Ze hebben soms zo veel steun en bevestiging van hun partner nodig dat ze er op hun beurt niet echt voor hun partner kunnen zijn. Dat kan de relatie ongelijkwaardig en eenzijdig maken.
3. Gedesorganiseerde hechting (disorganized attachment)
Dit type hechting zie je vooral bij verwaarloosde en misbruikte kinderen. Of kinderen van ouders die zelf grote onverwerkte trauma’s hebben en daardoor soms dissociëren of het kind bijvoorbeeld laten schrikken door plotseling heel heftig te reageren. De gedesorganiseerde hechtingsstijl wordt gekenmerkt door verwarring en tegenstrijdige emoties. Het kind weet niet wie hij wel en niet kan vertrouwen, vaak omdat een verzorger zowel een bron van liefde als een bron van angst is. De interactiegeschiedenis met de verzorgers is vooral heel onvoorspelbaar en incoherent geweest. Volwassenen met een gedesorganiseerde hechting vertonen vaak kenmerken van zowel een vermijdende als een afwerende hechtingsstijl. Deze wisselen elkaar in snel tempo af, en je kunt niet echt troost of geruststelling vinden. Dit kan het gevoel geven dat je af en toe de controle over jezelf kwijt bent en ‘verdrinkt’ in je gevoelens en gedachten.
Van onveilig naar veilig gehecht
Zakt de moed je even in de schoenen omdat je jezelf volledig herkent in één van de onveilige hechtingsstijlen? Geen zorgen, het is helemaal mogelijk om alsnog te leren je veilig te hechten aan je partner, vrienden en familie. Soms is daar therapie voor nodig, soms gewoon veel zelfonderzoek, geduld en zelfliefde. Probeer je ouders niet te vervloeken, en jezelf vooral wél te omringen met veilig gehechte mensen die jou ondersteunen in je proces.
Bron: psychologisch.nu