De meeste mensen weten nog net wat hun bloedgroep is, maar daar houdt het wel zo’n beetje op. Zonde eigenlijk, want achter iedere bloedgroep schuilt een interessant verhaal. Een ‘O’ steekt toch echt anders in elkaar dan een ‘A’…
Je bloedgroep: bepalender voor je gezondheid dan je denkt
Het ABO-bloedgroepsysteem zoals wij dat kennen werd in 1900 voor het eerst beschreven door dr. Karl Landsteiner. Je bloedgroep is opgebouwd uit letters (O, A, B, AB) in combinatie met een rhesusfactor: positief of negatief. In totaal onderscheiden we 8 bloedgroepen:
- O (positief of negatief)
- A (positief of negatief)
- B (positief of negatief)
- AB (positief of negatief)
Je bloedgroep wordt genetisch bepaald. Je ouders geven allebei een kopie van het bloedgroep-gen door aan jou. Dat kan A, B of O zijn, waarbij O altijd ondergeschikt is. De combinatie van die twee genen bepaalt jouw bloedgroep. Krijg je dus een A en een B, dan is jouw bloedgroep AB. Krijg je een A en een O? Dan is jouw bloedgroep A. Dan is er ook nog de rhesusfactor, die bepaalt of je positief of negatief bent. De rhesusfactor wordt gevormd door een verzameling eiwitten die voor kunnen komen op het membraan van de rode bloedcellen. Dit worden ook wel antigenen genoemd. Als je deze antigenen niet hebt, is je bloedgroep negatief. In Nederland hebben de meeste mensen de bloedgroepen O (47%) en A (42%). De bloedgroepen B (8%) en AB (3%) komen beduidend minder voor. Daarnaast is 84% van alle Nederlanders rhesus-positief en 16% rhesus-negatief. De meeste Nederlanders hebben dus bloedgroep O+ of A+. De bloedgroep B- en AB- komen juist weinig voor.
Bloedtransfusies
We hoeven je vast niet te vertellen dat je bloedgroep van belang is bij bloedtransfusies. Krijg je bloed toegediend van een donor met een verkeerde bloedgroep, dan kan dat fatale gevolgen hebben. De ene bloedgroep is simpelweg de andere niet. En dat is interessant. Want wist je dat jouw bloedgroep je informatie geeft over je voorouders, welke voeding voor jou het meest geschikt is en voor welke ziektes je vatbaar bent?
Jagers en verzamelaars
Voedingsarts Anna M. Kruyswijk – van der Heijden (n.p) laat je in haar boek Eenvoudig Gezond kennis maken met twee Amerikaanse artsen: vader en zoon d’Adamo. Zij hebben een theorie ontwikkeld die wereldwijde volksverhuizingen in verband brengt met specifieke bloedgroepen en eetpatronen. Je kent de jagers-verzamelaars (bloedgroep O) vast nog wel uit de geschiedenislessen. Zij leefden met name van de jacht. Daarnaast waren noten, zaden en vruchten een goede vervanger als het jagen niks opleverde.
A, B en AB
De jagers en verzamelaars met bloedgroep O hadden een ander voedingspatroon dan de later in Europa neergestreken agrariërs (bloedgroep A). Deze groep leefde vooral van landbouw en is daarom meer vegetarisch georiënteerd. Je bloedgroep past zich dus als het ware aan op de veranderingen in je leefomgeving. Na O en A ontstond bloedgroep B, die te vinden is het Oosten, richting India en Pakistan. Deze nomaden zijn nóg sterker vegetarisch georiënteerd en hebben dus weer wat anders op hun bord liggen. Het nakomertje, bloedgroep AB, is een mengeling van A en B en wordt gekenmerkt door een mix van eigenschappen en voedingsgewoonten.
Voedingspatroon
Je bent nu vast benieuwd of het zinvol is om je voeding aan te passen op je bloedgroep. Daar lijkt het wel op. Vader en zoon d’Adamo kwamen tot de conclusie dat je bloedgroep van alles te maken heeft met hoe je voedsel verteert en samenhangt met de kwaliteit en de efficiëntie van je stofwisseling. Uit ervaringen van mensen die zijn gaan eten aan de hand van een bloedgroep blijkt ook dat je spijsvertering er beter van wordt, je minder trek hebt in tussendoortjes en ook je after dinner dip geheel kan verdwijnen. Maar er is meer, want ook verkoudheden, huidklachten, gewrichtspijnen en hoofdpijnen schijnen minder te worden. Sounds good right? Daarom hebben wij de juiste voeding per groep voor jou op een rijtje gezet. Je zou eten volgens je bloedgroep op z’n minst een tijdje kunnen uitproberen (tenzij je te maken hebt met intoleranties of allergieën).
O – 40.000 jaar geleden ontstaan
Heb jij de oudste en meest voorkomende bloedgroep? Dan ben je een ware overlever. Je voelt je het prettigst bij intensieve beweging. Dit helpt je ook om stress de baas te blijven. Daarnaast ben je gezegend met een sterke spijsvertering die ervoor zorgt dat je dierlijke eiwitten goed kan verwerken.
Heilzaam: de meeste vlees- en vissoorten; pruimen, vijgen en bessen; rijst, gekiemd; brood
Vermijden: tarwe; zuivel van de koe; industrieel bewerkt voedsel; aardappel; maïs; sinaasappel
A – 25.000 tot 15.000 jaar geleden ontstaan
Stroomt bloedgroep A door jouw aderen? Dan kun je goed omgaan met grote groepen mensen, want je bent fatsoenlijk en coöperatief. Een vegetarisch dieet past goed bij je. Je spijsvertering is iets aan de zwakke kant, dus probeer vlees te vermijden.
Heilzaam: af en toe vis; soja; beetje yoghurt; veel groenten en vruchten; rijst, gekiemd; brood
Vermijden: couscous; vlees; zuivel en kaas; nachtschade familie (aardappel, aubergine, tomaat, paprika)
B – 15.000 tot 10.000 jaar geleden ontstaan
Je bent een echte nomade als deze bloedgroep bij jou hoort. Je bent evenwichtig en kan je goed aanpassen aan nieuwe situaties en omgevingen. Ook je spijsvertering en immuunsysteem kunnen wel een tegen een stootje en zijn erg krachtig en sterk. Wil je lekker in je vel zitten? Probeer dan lichamelijke activiteiten en denken af te wisselen.
Heilzaam: geiten- en schapenkaas; yoghurt; gierst, rijst, haver en spelt
Vermijden: tarwe; schimmelkaas; kip; zaden; schaaldieren
AB – pas 1000 jaar oud
Heb jij de jongste en ook meest zeldzame bloedgroep? Dan ben je erg stressbestendig. Hij is als laatste ontstaan en kan zich dus ook het beste aanpassen aan de tegenwoordige tijd. Ga nu niet al die voorverpakte voeding eten, want net als alle andere bloedgroepen is ook jouw type daar niet geschikt voor. Bovendien is je spijsvertering wat gevoelig. Wil je je goed voelen? Rustige sporten zoals yoga, zwemmen en t’ai chi passen helemaal bij jouw type.
Heilzaam: Olijfolie; tofu; yoghurt; boerenkaas; lams- en schapenvlees
Vermijden: Maïs; oliën; schimmelkaas; rundvlees en kip; schaal- en schelpdieren