Voel je je futloos en heb je weinig energie? Als dit gevoel lang aanhoudt is het slim om je arts te raadplegen. Ook kun je zelf experimenteren met gezonde leefstijlveranderingen. Hieronder zetten we 5 tips om een rij die futloosheid kunnen verminderen.
Wat te doen tegen futloosheid? 5 tips
1. Stel jezelf bloot aan voldoende daglicht
In de donkere maanden van het jaar is het lastiger om jezelf aan voldoende daglicht bloot te stellen, maar des te belangrijker. Te weinig blootstelling aan daglicht kan somberheid, futloosheid en vermoeidheid veroorzaken. Lukt het je niet om voldoende buiten te komen? Dan kan een daglichtlamp uitkomst bieden.
2. Beweging
Het is misschien het laatste waar je zin in hebt, maar lichaamsbeweging kan verlichting bieden bij futloosheid. Begin wel rustig, een wandeling of rustige yoga flow kan al veel doen.
3. Laat de geraffineerde suikers even staan
Geraffineerde suikers geven tijdelijk energie maar veroorzaken vervolgens vaak een energiedip. Dat is natuurlijk het laatste wat je wil als je je al futloos voelt. Hoe verleidelijk het dus ook misschien is om nu naar zoete pick-me-ups te grijpen, het is verstandig om de suikers even te laten staan.
4. Slaap voldoende, maar niet té veel
Voor veel mensen gaat futloosheid gepaard met een slaappatroon dat uit balans is. Ze slapen te weinig of juist té veel. Beide kunnen je vermoeid, lusteloos en futloos maken. Probeer minimaal 7 en niet meer dan 9 uur per nacht te slapen.
5. Eet minder of geen tussendoortjes
Om je energieniveau op peil te houden is het belangrijk dat je regelmatig eet, het liefst drie volwaardige maaltijden per dag. Maar tussendoortjes kun je mogelijk beter achterwege laten. Deze kunnen voor pieken en dalen in je bloedsuikerspiegel zorgen, wat je futloosheid juist kan versterken.
Acceptatie
Probeer tenslotte ook je futloosheid te accepteren en ernaar te luisteren. Natuurlijk is het oké om naar oplossingen te zoeken, maar de kans is groot dat je lijf je simpelweg aanspoort om rust te nemen. Als je dat lastig vind, is het handig om te reflecteren op jouw (beperkende) bewuste en onbewuste overtuigingen over rust. En om in kleine stapjes, waar het maar kan, toch meer de pauzeknop in te gaan drukken.