Waar doorzetten doorgaans wordt geprezen, krijgt opgeven vaker het label ‘laf’ of ‘lui’. Opgeven wordt eigenlijk alleen toegejuicht als het om slechte gewoonten gaat. Zonde, want ook als het gaat om banen, relaties of dromen kan opgeven wel degelijk positief zijn. Jongere generaties lijken dit idee steeds meer te onderzoeken en belichamen. Journalist Eline van Lancker schreef onlangs een ode aan opgeven in De Morgen. Hieronder haar belangrijkste inzichten op een rijtje.
‘Quitting is winning’: waarom opgeven het nieuwe doorzetten is
Als je iemand vertelt dat je iets hebt opgegeven, volgt er zelden een applausje. Eline van Lancker: “Zelfs de Van Dale houdt er kennelijk een waardeoordeel op na. Waar ‘doorzetten’ onder meer verklaard wordt als ‘krachtiger worden’, betekent ‘opgeven’ volgens het woordenboek ‘hopeloos verklaren, niet meer kunnen’. Een meewarige blik priemt nog net niet uit de pagina.” Maar toch is er de laatste jaren een tegenbeweging ontstaan. Instagram-psychologen plaatsen post na post over boundaries en red flags, en de FOMO-rage (Fear of Missing Out) wordt langzaam ingeruild voor JOMO (Joy of Missing Out).
Opgeven in de naam van self-care
Opgeven, loslaten en duidelijke grenzen stellen wordt dus steeds hipper. We zien het minder als zwak en meer als een daad van self-empowerment. Dat we voorbeelden zien van beroemdheden die in de naam van self-care ergens de brui aan geven, helpt. Eline van Lancker: “Het zomaar aftrappen en er nog trots op zijn ook, het klinkt vooral als iets voor millennials die zich maar niet willen beperken tot één levenspad. Cijfers bevestigen dat deels. Volgens de Deloitte Global Millennial Survey van 2019 wil bijna de helft van de bijna 13.500 geïnterviewde millennials (1983-1994) binnen de twee jaar ontslag nemen. Beduidend meer dan oudere generaties. Bij de generatie na hen, Generatie Z, ging het zelfs om 61 procent. Een studie uit Harvard Business Review van mediabureau Mindshare (2019) stelt dan weer dat de helft van de millennials en zelfs driekwart van de Gen Z’ers ooit ontslag nam omwille van mentale gezondheidsredenen, versus 10 percent van de boomers. Ook op liefdesgebied willen millennials ‘minder tijd, geld en energie verspillen aan een relatie die toch nergens heengaat’, zo staat beschreven in de publicatie The New Psychology of Love van Cambridge University Press. Waardoor ze er sneller een punt achter zetten.”
Het Energy Meditatiepakket & Dossier
Jouw holistische gids uit het doolhof van vermoeidheid.Bestel nu!
Opgeefgolf
Deze cijfers zijn deels te verklaren als je je bedenkt dat de basisbehoeften van veel twintigers en dertigers ruim vervuld zijn. Ze hebben een hogere levensstandaard dan hun ouders en voelen minder druk om een conventioneel pad (werk-trouwen-kinderen) te volgen in een bepaald tijdsbestek. Daarbij zijn we met z’n allen steeds meer gefocust op persoonlijke ontwikkeling. We willen zorgen voor ons mentale welzijn, en goed doen voor de wereld. Dat zorgt ervoor dat we kritischer kijken naar waar onze tijd, energie en geld naartoe gaat. Eline: “Op die manier zou je de ‘opgeefgolf’ ook kunnen lezen als een reactie op de neoliberale prestatiemaatschappij die eerder al beschreven werd door Paul Verhaeghe, waarbij je nooit genoeg kan streven naar (veelal materieel) succes.”
Pandemie
De pandemie lijkt dat proces van bewustwording alleen maar versterkt te hebben. Als de wereld op z’n kop staat roept dat grote levensvragen op en moedigt dat aan om het grotere plaatje opnieuw te beoordelen. Met soms grote veranderingen tot gevolg. Zoals klinisch psycholoog Paul Verhaege stelt is het wel belangrijk om te onthouden dat lang niet iedereen hierin dezelfde mogelijkheden heeft: “Waar hoogopgeleiden hun doelen kunnen hertekenen, zijn er nog steeds veel mensen voor wie het opgeven van hun job gewoon geen optie is. Op dat vlak zie je dus wel de ongelijkheid toenemen.”
Dromen opgeven
Een ander belangrijk punt is dat opgeven lang niet altijd (meteen) opluchting geeft. Vooral als het gaat om grote dromen die je loslaat. Denk aan een studie die je stopt omdat het gewoon niet lukt om alles te halen, of een partner die je laat gaan omdat die je persoonlijke ontwikkeling echt niet ten goede komt. Eline: “Gelukkig wijst Amerikaans onderzoek uit dat goal disengagement zelfs in dergelijke situaties je gelukscore uiteindelijk ten goede komt. Niet alleen voelden respondenten zich beduidend beter na het laten varen van een bereikbaar doel, ook werden dalende cortisollevels (stresshormonen) en een verbeterde nachtrust gemeten, alsook een verlaagd risico op angststoornissen, depressies en zelfs auto-immuunziekten.”
Opgeven als levensvaardigheid
Psycholoog Alan Bernstein benadrukt in zijn boek Weten wanneer je moet stoppen dat opgeven een belangrijke levensvaardigheid is, die burn-outs en bore-outs kan voorkomen. Interessant genoeg zijn er wat psychologische mechanismen die het ons soms knap lastig maken om op te geven. Zelfs als we weten dat het er tijd voor is. De optimistic bias of near win zorgt er bijvoorbeeld voor dat we maar blijven doorgaan met iets als we af en toe positieve feedback krijgen. Ook al boeken we eigenlijk geen vooruitgang.
Comfortzone trap
En dan is er het mechanisme van de sunk-cost fallacy. Hoe meer tijd of geld we ergens in hebben gestoken, hoe minder geneigd we zijn het los te laten. Eline: “Denk maar aan president Nixon die de Vietnamoorlog niet wilde staken “omdat er al zoveel manschappen verloren waren” en het anders “allemaal voor niets zou zijn geweest”. Of, dichterbij huis, hoe je met een slecht boek maar kan blijven worstelen, want je bent nu toch al over de helft.” En tenslotte is er de comfortzone trap, de drang om de status quo te bewaren. Experimenten van Nobelprijswinnaars Daniel Kahneman en Amos Tversky bewezen dat mensen eerder proberen om verlies te vermijden, dan winst na te streven. Dit gebeurt bijvoorbeeld als je zo bang bent om single te zijn dat je bij een partner blijft die je helemaal niet gelukkig maakt.
En weer door…
Dit alles wil niet zeggen dat je nooit meer iets af moet maken, natuurlijk. De opluchting die soms bij opgeven komt kijken is meestal van korte duur. Als je te vaak opgeeft, kan je bovendien het gevoel krijgen dat je nergens nog kunt aarden. Het is cruciaal om nieuwe doelen te blijven stellen. En als je opgeeft, dat je er dan wel een uitgebreid denk- en voelproces op hebt zitten. Eline: “Maar de voornaamste valkuil voor notoire opgevers is misschien wel ongeduld, niet toevallig hét kwaaltje van de aanstormende generatie.” Deze zogeheten digital natives zijn zo gewend aan onmiddellijke bevrediging dat ze een korte aandachtsspanne hebben en snel ongeduldig worden. En dat is onhandig als je grote dromen wilt vervullen. Voor de jongeren van nu is het cruciaal dat ze weten waaróm ze willen opgeven. En dat ze voelen wanneer het tijd is om toch even door te zetten.
Roots Meditatiepakket & Dossier
Wijze lessen van o.a. Els van Steijn over de belangrijkste missie van je leven: het helen van (oude) pijn uit de familielijnBestel nu!