Onderstaande route komt uit het 10.000 stappenboek van Arie Boomsma in samenwerking met de ANWB. Hierin zijn 30 prachtige wandelingen gebundeld, door de mooiste steden en natuurgebieden, allemaal rond de 10.000 stappen lang. Hier kun je het bestellen.
Via de pittoreske dorpsstraatjes van Marken wandel je door de polder naar de Rozewerf. Daar wachten de ijsbrekers, het befaamde dijkpad en het weidse uitzicht over het IJsselmeer. Ideaal om een frisse neus te halen. Nadat je de vuurtoren bent gepasseerd, voert de route je met een slinger langs de noordpunt van het voormalige eiland naar de gezelligheid van de havenkom en via de dorpsstraten terug naar het startpunt.
Loop vanaf kp9 bij de parkeerplaats ri kp35 (=knooppunt 35) naar de Beatrixbrug. Na brug op Y-splitsing links aanhouden (Kets). Na 25 m wegwijzer richting Haven / Hof van Marken volgen. Na 90 m bij kp35 RA (=rechts aanhouden), richting Centrum. Kruispunt RD (=rechtdoor) oversteken, Wilhelminabrug over en RA, Kerkbuurt.
Ooit was Marken verbonden met Waterland. Tot een grote vloed in 1164 grote stukken land wegsloeg en hier een eiland ontstond. Het land lag vlak boven de zeespiegel en kon, zolang de Zuiderzee nog niet was afgesloten, bij hoge vloed onder water lopen. Om de voeten droog te houden, legden bewoners terpen aan. Een ‘werf’, zoals ze dat hier noemen. Om optimaal van de werf te kunnen profiteren, bouwden ze hun huizen zo dicht mogelijk tegen elkaar. Zo’n kluster huizen wordt een ‘buurt’ genoemd. Op oude kaarten zie je dat rond de haven verschillende werven lagen, waaronder Kets. Met de afsluiting van de Zuiderzee in 1932 verdween de noodzaak om op de werf te bouwen. Sindsdien zijn de buurten met elkaar vergroeid. Maar als je goed kijkt, kun je de werf nog wel herkennen.
Einde RD richting IJsbaan, Zereiderpad. Blijf de klinkerweg volgen. Op de Rozewerf voor het eerste huis LA en dan RA richting de dijk.
Onderweg naar de dijk passeer je drie werven: Wittewerf, Grotewerf en Rozewerf. Een bord langs de weg herinnert aan de watersnoodramp die het eiland in 1916 trof. Vooral Wittewerf werd zwaar getroffen: hele huizen werden hier door het water meegesleurd. Hoe hoog het water tijdens de ramp stond, zie je op de Rozewerf aan het bordje dat op het eerste pand rechts van de weg is bevestigd. Het is even schrikken als je bedenkt hoe het er hier met zulk hoog water heeft uitgezien!
Op de dijk LA.
Ook in bevroren toestand kan water gevaarlijk zijn. Vooral als grote schollen ijs door stormwinden in hoge stapels tegen de wal worden opgestuwd: de ijsplaten schuiven dan met heel veel kracht over elkaar, tegen de dijk op en soms zelfs erover. Als daar huizen staan, kunnen die door het ijs vermorzeld worden. Om de huizen van de Rozewerf tegen dit ‘kruiende ijs’ te beschermen, zijn hier onder aan de dijk ijsbrekers neergezet.
Ter hoogte van de vuurtoren bij kp33 RD, de dijk blijven volgen.
Het strandje aan de voet van de vuurtoren is een geliefde plek om van de frisse lucht en het uitzicht te genieten en even helemaal onder te dompelen in de unieke sfeer van het uitgestrekte watervlak en het uitspansel daarboven. Voor wie daarbij wil gaan zitten, staan bankjes klaar.
Dat hier, op de oostelijke punt van het eiland, een lichtbaken staat, is een gevolg van het in 1699 door het ‘College van Pilotage’ (Loodswezen) genomen besluit om de vaarroute over de Zuiderzee vanuit het noorden naar Amsterdam door drie vuurtorens te markeren: de eerst op het puntje van de landtong bij Enkhuizen, de tweede op Marken en de derde bij Durgerdam, waar de schepen het IJ in konden draaien. Een jaar later verrees hier op de oostpunt van Marken een vierkant vuurbaken, dat bijna 140 jaar dienst zou doen. In 1839 werd de oude constructie vervangen door een 16 m hoge ronde vuurtoren die, met een lichtbereik van 16,7 km, van nog grotere afstand zichtbaar was. Van het oorspronkelijke bouwwerk bleef een marmeren gevelsteen bewaard met daarop dolfijnen, enkele wapenschilden en het jaartal 1700.
Om de vuurtorenwachter een woning bij zijn werk- plek te bieden, werd in 1839 naast de vuurtoren een woonhuis gebouwd. Kruiend ijs vernielde dit pand in 1879. Er verrees een nieuwe wachterswoning, die in 1900 ernstige schade opliep. Alweer door kruiend ijs. Sindsdien is de woning verschillende malen uit- gebreid en verbouwd tot de huidige karakteristieke vorm ontstond, die het bouwwerk de bijnaam ‘het Paard van Marken’ opleverde. De laatste keer dat kruiend ijs een belangrijke bedreiging voor de vuurtoren vormde, was in de jaren zeventig. Hoeveel kracht het ijs kan uitoefenen, bleek in 1971: het hele complex werd toen enkele centimeters van zijn plaats geduwd.
Als de bebouwde kom van Marken weer nadert, de dijk blijven volgen rond de polders ten noorden van het dorp.
Dat het rondje over de dijk een wandelklassieker is geworden, is niet alleen te danken aan de verbinding met de vaste wal, maar zeer beslist ook aan de toestand van de dijken. Jacob van Lennep, die in 1823 tijdens zijn rondreis door Nederland voor een kort bezoekje aan Marken vanuit Monnickendam per zeilboot naar het eiland overstak, trof een heel andere situatie aan. In zijn dagboek noemt hij Marken ‘een moeras met een verscheidene buurtjens en een voornamer dorp’. Over de wandeling die hij over het eiland maakte, noteert hij: ‘Men gaat van het eene dorp naar het andere langs smalle dijkjens waar men als de ganzen loopt, en welke als brij wegzakken on- der de voeten.’
Bij bankje, waar het klinkerpad zich verbreedt, links aanhouden en via het dijkpad terug richting het dorp.
Na afloop van zijn rondgang over het eiland, merkte Van Lennep bij zijn terugkeer in de haven, dat de eilanders over hem aan het smoezen waren. Het had te maken met de poets die de schippers die hem vanuit Monnickendam naar Marken hadden overgezet, hem hadden gebakken. Van Lennep: ‘De schipper, door de inwooners naar ons ondervraagd, antwoordde dat ik de koning was, waarop zich mannen en vrouwen om ons heen drongen. (…) Toen we [na onze wandeling] naar de boot terugkeerden, hoorde ik de mensen tegen elkaar zeggen: kaik, dat is nou Zen Hooghait.’ Bij het betreden van de bebouwde kom zie je op een landje rechts een soort minivuurtoren staan. Dit is het oude lichthuis, dat van 1901 tot 1992 op het topje als vuurtoren dienst heeft gedaan.
Volg de korte zijde van de havenkom langs hore- ca. Einde bij kp34 RA richting kp36. Daar nog even RD, langs Sijtje Boes.
De naam van Sijtje Boes is nauw verbonden met Marken en het toerisme. Al in 1921 lokte de levenslustige zakenvrouw klanten door haar authentieke Marker woonhuis als een gratis toegankelijk ‘kijkhuis’ open te stellen voor publiek en in het voorbijgaan geld te verdienen door de verkoop van zakdoeken en mutsjes. Vier jaar later opende ze haar beroemd geworden kijkhuis/souvenirwinkel aan de haven. Het zou voor jarenlange spanningen zorgen met de veldwachter, die zijn uiterste best deed om te zorgen dat Sijtje zich hield aan de lokale verordeningen, die erop gericht waren de rust – en dan vooral de zondagsrust – in het dorp veilig te stellen.
Ter hoogte van huisnr. 24 LA, de trap af en direct LA, Havenbuurt.
Op Marken staan de huizen dicht op elkaar. Logisch als je met zo veel mogelijk mensen van het weinige hoge – en droge – land wilt profiteren. Tegelijk is de doorgang over straat van belang. Op sommige plekken past het allemaal als een puzzel in elkaar. Wat te doen als je op zo’n plek een nering drijft en wilt uitbreiden? Dat lukt niet zonder daar een stuk weg voor op te offeren, zou je denken. Dat er toch een andere oplossing is, zie je aan de achterzijde van taveerne De Visscher en de panden van Sijtje Boes.