Wanneer je gebukt gaat onder depressie, angst of chronische pijn, komt het niet meteen in je op dat je dit geërfd kunt hebben van je (voor)ouders. Toch blijkt uit steeds meer wetenschappelijk onderzoek dat traumatische ervaringen van generatie op generatie worden doorgegeven. Zelfs als de persoon die het oorspronkelijke trauma heeft opgelopen is overleden, of als het verhaal is vergeten of verzwegen, kunnen de herinneringen en de gevoelens voortleven. Mark Wolynn ontwikkelde de kerntaalbenadering, waarmee overgeërfd trauma geheeld kan worden en schreef hierover de bestseller Het is niet met jou begonnen (It Didn’t Start With You). Hieronder delen we een voorproefje van zijn inzichten en methode.
Het is niet met jou begonnen: ze heel je overgeërfd trauma
De wetenschap lijkt het inmiddels te bewijzen: erfelijk familietrauma is een levensecht verschijnsel. Overwerkte trauma’s slapen niet, ook niet na de dood, maar blijven naar een vruchtbare bodem zoeken om in te kunnen worden opgelost: in kinderen of in volgende generaties. In Het is niet met jou begonnen bespreekt Mark Wolynn inzichten uit zijn eigen praktijk en uit de neurowetenschap, epigenetica en taalwetenschap om uit te leggen hoe het fenomeen erfelijk familietrauma precies werkt. Maar de kern van zijn werk wordt gevormd door de vraag: Hoe doorbreken we de cirkel en helen we onszelf?
De kerntaalbenadering & helen van overgeërfd trauma
Als antwoord op die vraag ontwikkelde Wolynn de kerntaalbenadering. Je kerntaal is je verbale expressie van oud, onverwerkt trauma. Kerntaal kan ook niet-verbaal worden geuit, bijvoorbeeld in fysieke gewaarwordingen, gedrag, emoties, impulsen en ziektesymptomen. Volgens Wolynn kunnen we door onze kerntaal bewust te maken en deze te volgen, terug bij de oorsprong van ons (geërfde) trauma komen. En dat is belangrijk, want één van de grootste hindernissen bij het oplopen van trauma’s is dat de oorsprong buiten zicht blijft. Zolang we onze gevoelens niet kunnen plaatsen, weten we vaak niet welke volgende stap we moeten zetten.
Kerntaalkaart
Een belangrijk onderdeel van de kerntaalbenadering is het maken van een kerntaalkaart. Dit kun je zien als een kaart van jouw onderbewustzijn, die je in contact kan brengen met verloren herinneringen, oude pijn en verre familieleden. En die je kan laten zien welke route jij mag volgen naar heling. Het idee is dus eigenlijk dat jouw woorden, gedrag en gewaarwordingen vol zitten met aanwijzingen over onverwerkt (overgeërfd) trauma. Met de kerntaalbenadering leer je deze aanwijzingen te herkennen en te volgen. Vervolgens leer je hoe je dat wat je tegenkomt kunt interpreteren en ervan kunt helen.
De eerste stap: Het ontcijferen van je kernklacht
Je vraagt je waarschijnlijk af: waar kan ik nú alvast mee aan de slag? Daarom delen we graag de eerste stap van de kerntaalbenadering met je. Deze stap is heel krachtig en kan je al veel inzichten geven. Mark Wolynn: ‘Om de kernklacht in je alledaagse taal te kunnen horen, zoeken we naar de fijnste emotionele draad in het weefsel van de woorden die we spreken. We zoeken naar de woorden met de sterkste emotionele lading. Bij het analyseren van onze kernklacht kijken we niet alleen naar de gesproken woorden, maar observeren we ook onze lichaamstaal.’ Hieronder vind je 2 schrijfoefeningen die je thuis kunt doen.
Schrijfoefening 1: onderzoek je kernklacht
- Focus op een probleem dat op dit moment in je leven het dringendst is. Dit kan een gezondheidsprobleem zijn, iets op je werk, in je relatie…
- Wat is de diepste worsteling die je wilt helen? Misschien is dit een probleem dat overweldigend aanvoelt, of een symptoom of gevoel dat je al je hele leven kent.
- Wat zou je graag veranderen?
- Schrijf op wat voor jou belangrijk is. Zoals het in je opkomt. Ga niet redigeren; blijf schrijven.
- Komt er niets omhoog, beantwoord dan de volgende vraag: als het gevoel, het symptoom of de aandoening die je hebt nooit zal weggaan, wat is dan het ergste dat zou kunnen gebeuren?
Nu ga je analyseren wat je hebt opgeschreven:
- Scan eerst je tekst. Zoek naar woorden of zinnen die je opvallen omdat ze ongewoon of merkwaardig zijn. Welke woorden of zinnen gebruik je altijd, of heb je juist nooit eerder gebruikt tot nu? Welke woorden of zinnen springen direct in het oog? Wat triggert je aandacht?
- Lees de tekst nu hardop op. Probeer te luisteren met oren die geen emoties voelen. Deze manier van luisteren, waarin je niet helemaal opgaat in het verhaal maar een zekere afstand bewaart, is heel belangrijk. Het helpt je de verborgen dimensies van je verhaal te ontrafelen. Welke woorden of zinnen voelen urgent en belangrijk, hebben een sterke emotionele lading of veroorzaken dramatische gevoelens? Welke woorden of zinnen veroorzaken een eigenaardig gevoel of passen niet goed binnen de context van je eigen levenservaringen?
- Kijk of je naar dat wat je hebt opgeschreven kunt luisteren alsof je naar een ander luistert. Misschien horen de woorden ook echt bij een ander en heb jij ze alleen een stem gegeven. Wellicht horen de woorden bij iemand in je familie die ze niet hardop kon uitspreken. Misschien vertel jij nu het verhaal van die persoon.
Schrijfoefening 2: 10 kernvragen die kerntaal oproepen
Beantwoord op papier de volgende 10 vragen:
- Wat gebeurde er in je leven toen het symptoom of probleem zich voor het eerst openbaarde?
- Wat gebeurde er vlak voordat het begon?
- Hoe oud was je toen het symptoom of probleem zich voor het eerst openbaarde?
- Overkwam iemand binnen je familie iets traumatisch rond diezelfde tijd?
- Wat is het probleem precies, wat gebeurt er?
- Hoe voelt het als het op zijn ergst is?
- Wat gebeurt er vlak voordat je je zo voelt of het symptoom zich openbaart?
- Wat maakt het beter of erger?
- Wat kun je door het probleem of symptoom niet doen? Wat dwingt het je te doen?
- Als het gevoel of symptoom nooit meer weg zou gaan, wat is dan het ergste dat je zou kunnen overkomen?
Nu ga je weer analyseren:
- Lees wat je hebt opgeschreven. Kijk of er terugkerend taalgebruik is dat niet binnen de context van je leven lijkt te passen en misschien bij iemand anders uit je familie hoort.
- Kijk ook of er een verband is tussen de leeftijd die jij had toen het probleem of symptoom zich voor het eerst openbaarde en de leeftijd van een familielid toen die worstelde of leed. Als een van je ouders bijvoorbeeld jong overleed, kun je een probleem of symptoom gaan vertonen dat jouw leven beperkt als je de leeftijd bereikt waarop je ouder overleed. Onbewust kan het zijn dat je het moeilijk vindt om gelukkig te zijn of voluit te leven vanaf de leeftijd waarop die ouder stierf.
- Kijk of een probleem of symptoom aan een specifieke gebeurtenis in je leven is verbonden en of er iemand in je familie was die met een soortgelijke gebeurtenis worstelde.
- Kijk of jouw probleem, of de trigger die jouw probleem heeft veroorzaakt, qua emotionele impact lijkt op iets wat je moeder, vader, oma of opa is overkomen. Werd je bijvoorbeeld verlaten en lijkt die ervaring op iets wat een familielid is overkomen?
In stap 1 van het ontwikkelen van je kerntaalkaart word je je bewust van de sporen van andere familieleden en hun leed in jouw onderbewustzijn. In Het is niet met jou begonnen kun je lezen over de vervolgstappen van de methode. Het is niet met jou begonnen, €25, via Bol.com.