Spirulina en chlorella: welke van de 2 wonderalgjes doet het meeste voor jou?

Algen bevinden zich aan de basis van de voedselketen en ze zitten daarom tjokvol gezonde stofjes. Spirulina en chlorella zijn dan ook niet meer weg te denken uit de superfoodschappen. Hun kracht ontlenen ze onder andere aan het hoge gehalte chlorofyl dat ze bevatten. Dit is een groen pigment dat een beschermlaagje vormt in je darmen. Het zorgt er voor dat schadelijke vrije radicalen ingekapseld worden en ondersteunt je lever bij het ontgiften. Naast chlorofyl bevatten spirulina en chlorella beide een vergelijkbare waslijst aan vitaminen en mineralen. Toch is niet zo dat de algen inwisselbaar zijn. Twijfel je welke van de twee jij een plekje wilt geven in jouw dieet? Hieronder helpen we je op weg.  

Spirulina en chlorella: welke van de 2 wonderalgjes doet het meeste voor jou?

Laten we beginnen met spirulina, een blauwgroene zoutwater-alg. Oorspronkelijke groeit spirulina in mineraalrijke meren, maar tegenwoordig wordt de alg gekweekt, vooral in Noord-Amerika en Azië. Het algje is bijna net zo oud als de aarde zelf en zit bomvol voedingsstoffen. Hierboven las je al iets over de chlorofyl in spirulina (en chlorella) die zo ontgiftend werkt. Met een eiwitgehalte van 60 tot 70% is spirulina verder één van de rijkste bronnen van proteïnen. Als je veel sport of om een andere reden je eiwitinname wilt boosten, is spirulina dus een goede keuze.

Vitamines en mineralen

Spirulina is rijk aan vitamine A en C, vitamine E (een super krachtige antioxidant!) en vitamine K (de énige vitamine met een bewezen verjongend effect). Het algje is bovendien een belangrijke leverancier van vitaminen van de B- familie en van mineralen als calcium, chroom, ijzer, magnesium, selenium en zink. Ook bevat spirulina jodium. Dit essentiële spoorelement ondersteunt de werking van je schildklier, houdt je hormonen in balans en beschermt tegen de schadelijke gevolgen van zware metalen en radioactieve straling. Dankzij de zachte celwand van de spiraalvormige alg worden al deze stoffen razendsnel door je lijf opgenomen.

Chlorella

Chlorella betekent letterlijk ‘klein groen blaadje’ en werd ontdekt in 1890 door de Nederlandse microbioloog M.J. Beijerinck. Chlorella is een groene zoetwater-alg. De celwanden van chlorella zijn niet zo zacht als die van spirulina. Je zult daarom vaak het zinnetje ‘met gebroken celwanden voor verbeterde opname’ tegenkomen op de verpakking van chlorella-supplementen. Spirulina is over het algemeen voor veel mensen ook iets makkelijker verteerbaar omdat de eiwitten kleiner zijn. Chlorella bevat wél meer chlorofyl dan spirulina en is dus een goede keuze als je op zoek bent naar een extra krachtige ontgifter en leverbeschermer. Vooral het bloed en de darmen zou je met behulp van chlorella heel goed kunnen reinigen.

De Chlorella Groei Factor

Ook bevat chlorella veel bètacaroteen, een provitamine die het lichaam omzet in vitamine A. Deze speelt een belangrijke rol in het celvernieuwingsproces en heeft sterke anti-oxidatieve eigenschappen. Daarnaast bevat chlorella vitamine C, E en K en alle vitaminen uit het B-complex. Het is ook een goede bron van vezels, glucosamine, de enzymen chlorofyllase en pepsine, calcium, fosfor, kalium, magnesium, ijzer, zink en koper. Verder zou chlorella de aanmaak van T-lymfocyten stimuleren, wat het immuunsysteem ten goede komt. Wist je trouwens dat het algje een unieke stof bevat die ervoor zorgt dat het zich razendsnel kan vermenigvuldigen? Het wordt de Chlorella Groei Factor (CGF) genoemd en in het menselijk lichaam levert dit stofje een bijdrage aan een snel herstel van onze lichaamscellen en -weefsels.

Hoewel spirulina en chlorella voor de meeste mensen veilig zijn geven artsen nog wel een paar waarschuwingen voor het gebruik aan specifieke doelgroepen. Zo wordt vrouwen die zwanger zijn of borstvoeding geven afgeraden om spirulina of chlorellla te nemen, omdat onvoldoende onderzocht is wat het effect van spirulina is op de (ongeboren) baby. Daarnaast kunnen mensen die een auto-immuunziekte hebben, zoals multiple sclerose (MS), lupus (systemische lupus erythematosus, SLE), reumatoïde artritis (RA) en pemphigus vulgaris (een huidaandoening) de algjes beter laten staan omdat ze mogelijk het immuunsysteem actiever maken. Dat kan de symptomen van de auto-immuunziekte verergeren.